Wat 't geweest is in die dagen met ons tweeen Kleineer 't niet, gewezen lief, negeer 't niet J'hebt toen zo'n klein, vies lied voor me geschreven Weet je nog wel? Zo'n fijn vies lied En op een ochtend schreven w'onze initialen In je hagelnieuwe houten bed De duivel zelf, die mag je komen halen Als je ook daar een streep door hebt gezet Soms, in de straat, sta'k te kijken naar de ramen Dan is 't licht of donker, wat ik zie En dan sta ik me buiten af te vragen Wat zou 'ie doen daarboven en met wie De bakkerij, waar wij die gemberbolus haalden Is afgebroken, als je 't al niet wist Zo wordt ook ons verleden ondergraven Door werkvolk in de mist
Als jij je voor de spiegel stond te scheren Dacht ik: hij is heel blij met wat we doen Zoals jij Tarzan stond te imiteren Ach, wat een weerloos iemand was je toen En nu is het net dat ik je nimmer heb begrepen En geen benul had van 't psychisch mijn en dijn Want, zonder jouw gevoelens en problemen Hadden we goden kunnen zijn